Installatie van uw vaatwasmachine
Afvoer van het afvalwater
Lengte van de afvoerslang :
Standaard 1,50 m. U kunt indien
nodig uw afvoerslang langer maken
(max. 4 meter). Controleer in dit
geval dat de afvoer goed verloopt.
Sluit de afvoerbuis aan :
- Op een beluchte sifon.
- Op een gootsteensifon .
Verwijder de afsluiter van de
sifon.
Doe de rubbermond er helemaal
op. Voeg zo nodig een buisklem
toe.
- Direct in uw gootsteen.
Controleer dat de afvoerslang goed
vast blijft zitten d.m.v. een
verbinding om elke wateroverlast te
voorkomen.
Voor boven elkaar geïnstalleerde
apparaten, mag de afvoer niet
hoger zitten dan de bovenkant van
het apparaat.
Elektrische aansluiting
Spanning net : 230 V
Zekering : 10A, 13A of 16 A
Stopcontact verplicht met
aarding
De aansluiting moet zowel voldoen
aan de in het land van toepassing
zijnde normen, als aan de
bijkomende voorschriften van de
Elektriciteitsmaatschappij. Het
apparaat moet stilstaan wanneer
het op het stroomnet wordt
aangesloten.
Aarzel niet uw installatie te laten
controleren door een
gespecialiseerde technicus indien u
twijfels heeft over de staat ervan.
De installatie moet zó zijn dat het
stopcontact bereikbaar blijft.
Let op, trek bij
het installeren
geleidelijk aan de
slang om deze niet
te vouwen.
NL
Installatie van uw vaatwasmachine
NL
40 41
Wij kunnen niet
verantwoordelijk
gesteld worden voor
incidenten te wijten aan een
slechte aarding van het
apparaat.
Kraan : met uiteinde met schroefdraad,
doorsnede 20/27 (3/4’’ BSP)
Debiet : 10 l /min minimaal
Druk : 1 bar tot 10 bar
(0,1 - 1 MPa)
Bij een hogere druk is een drukregelaar
nodig. Uw waterleidingbedrijf geeft
U de gewenste inlichtingen.
Lengte van de toevoerleiding :
Standaard apparaat 1,50 m.
Aansluiting warm water :
Controleer dat uw oorspronkelijke
leiding de aansluiting van warm
water mogelijk maakt (rode
markering op de leiding).
U kunt desgewenst de slang in een
andere richting draaien. Hiertoe
het aansluitstuk dat zich links
onder aan de achterzijde van de
vaatwasser bevindt losdraaien en
het in de gewenste richting zetten.
Het aansluitstuk weer aandraaien
en op lekkage controleren.
Voor vaatwassers
voorzien van een
veiligheidsslang : het
is nodig de
beschermingskap te
demonteren (zie
tekening hiernaast) om
slang in een andere
richting te zetten.
Hiertoe de twee
schroeven (opzetstuk
T20) losdraaien, de
beschermingskap
verwijderen, het aansluitstuk in de
gewenste richten zetten en de
beschermingskap opnieuw monteren.
Indien u een
toevoerkraan gebruikt,
moet u controleren dat de
watertoevoer
groot genoeg is.
Controleer
dat er de
afdichting er
op zit en dat
de
aansluiting
goed is
aangedraaid.
Indien de vaatwasser
opnieuw geïnstalleerd wordt,
moet hij op de waterleiding
worden aangesloten met een
nieuwe slang, gebruikte slangen
niet opnieuw aansluiten.
Aansluiting op de waterleiding
Symbool gevaarlijke spanning
(naar gelang model) is
de slang voorzien van een elektrische
inrichting.
Belangrijk :
Controleer het
kalkgehalte of de
hardheid van het water :
Alle nodige informatie
wordt u gegeven in het
hoofdstuk «afstelling van
de waterontharder» van
uw gebruikshandleiding.
0,1 - 1 MPa
Indien de kraan zich aan de
linkerkant van het apparaat bevindt,
moet u de “knikwerende” kabelschoen
gebruiken die bij het apparaat wordt
geleverd om knikken van de
toevoerslang te voorkomen bij het
inbouwen van de vaatwasser.
(* Voor veiligheidsslangen met een
grote diameter – naar gelang model)